ECTS gaat uit van het principe dat 60 studiepunten de studielast van een voltijdstudent gedurende één studiejaar meten. De studielast van een voltijdopleiding in Europa bedraagt in de meeste gevallen zo'n 1.500-1.800 uur per jaar en in die gevallen staat één studiepunt voor zo'n 25 tot 30 werkuren.
Credits in ECTS kunnen alleen worden behaald na succesvolle afronding van het vereiste werk en een passende beoordeling van de behaalde leerresultaten. Leerresultaten zijn sets van competenties die uitdrukken wat de student zal weten, begrijpen of kunnen doen na voltooiing van een leerproces, lang of kort.
De studielast van studenten in ECTS bestaat uit de tijd die nodig is om alle geplande leeractiviteiten te voltooien, zoals het bijwonen van colleges, seminars, zelf- en privéstudie, voorbereiding van projecten en examens.
Credits worden toegekend aan alle onderwijscomponenten van een studieprogramma (zoals modules, cursussen, stages, proefschriftwerk, enz.) en weerspiegelen de hoeveelheid werk die elk onderdeel nodig heeft om zijn specifieke doelstellingen of leerresultaten te bereiken in verhouding tot de totale hoeveelheid werk werk dat nodig is om een volledig studiejaar met succes af te ronden.
De prestaties van de student worden gedocumenteerd door een lokaal/nationaal cijfer. Het is een goede gewoonte om een ECTS-cijfer toe te voegen, met name in het geval van een overboeking. De ECTS-beoordelingsschaal rangschikt de studenten op statistische basis. Daarom zijn statistische gegevens over de prestaties van studenten een voorwaarde voor het toepassen van het ECTS-beoordelingssysteem.